
Voorzichtig om de bewoners niet te alarmeren kroop hij langs de gevel van het ooit zo mooie huis omhoog. Af en toe inhoudend om op adem te komen maar vastberaden om het te halen. Het kostte hem zoveel meer moeite dan hij zich herinnerde, vroeger was hij allang boven geweest nu leken zijn benen hem amper te houden en maakte de honger hem duizelig maar toen hij eenmaal op het dak stond was de beloning deste mooier.
In de verte ontwaarde hij de steeds groter wordende stipjes in de hemel, vliegtuigen veel vliegtuigen en allemaal vlogen ze laag, heel laag. Ademloos staarde hij naar de prachtige vliegmachines en zwaaide uitbundig naar de piloten die hij kon zien zitten terwijl ze voorbij vlogen. Misschien verbeeldde hij het zich, maar het leek alsof de piloten naar hem glimlachten.
En toen verwacht maar toch onverwacht zag hij de luiken opengaan en pakken in allerlei vormen op de aarde afrazen. Opeens werd het fris in zijn gezicht, vol verbazing realiseerde hij zich dat hij huilde, verwoed veegde hij ze weg maar ze bleven komen als de vliegtuigen vol met voedsel. Lancasters vliegen af en aan, zo lijkt, en droppen steeds grote hoeveelheden juten zakken die wolken van opstuivend zand veroorzaakten. En dan die grote pakketten nog, wat zou daarin zitten?
Opeens bewust van zijn locatie laat hij zich met hernieuwde energie langs de dakgoot naar beneden glijden, eenmaal beneden loopt hij recht in de armen van de eigenaar. Quasiboos wordt hij aangekeken maar echt boos was hij niet zag hij. “Nu weet ik wie ik moet vragen als er eens een dakpan afwaait”. Sorry dokter, zei hij schuldbewust, het is zo’n mooi gezicht. De oude man glimlachte zwakjes, ‘ga maar, jongen. De oorlog is eindelijk voorbij. Het voedsel valt als een godsgeschenk uit de hemel. Kijk wat je te pakken kan krijgen voor je broertjes en zusjes. Ze hebben je nodig’. Met een ruk draaide hij zich om. Boven hen verscheen weer een vliegtuig, zo dichtbij dat het bulderende geluid door zijn borstkas dreunde. Met een laatste groet rende hij met hernieuwde kracht de straat uit, vanavond zouden ze eindelijk zonder honger gaan slapen.
Liesbethblogt zegt
Ik snap je en ik weet het. Ook ik voel de contradictie van slachtoffer naar dader. En ik herken teveel van wat nu gebeurd van wat ik lees over het interbellum. Het verdrag van Genève heeft geen betekenis meer.
John zegt
Ik ben het helemaal met Jan K eens. Ik schreef het net al, ik kan bijna niets meer over oorlog lezen, al snap ik wel dat het jouw hobby is.
Jan K. alias Afanja zegt
Mooi verhaal.
En dat terwijl op dit moment Gaza letterlijk en figuurlijk wordt uitgehongerd door Israël, terwijl de wereld toekijkt zonder wat te doen. ;-(
Joke zegt
Jij moet toch eens een boek schrijven met jouw schrijfstijl!
Matroos Beek zegt
Wij weten niet meer wat honger hebben is, maar mijn vader die vertelde nog weleens over de honger die hij had tijdens de oorlog. Zo mooi hoe je dit in je verhaal verwerkt hebt. Niemand praat nog over honger, maar het lijkt me vreselijk.
peter grey zegt
Mooi verhaal!
Sjoerd zegt
Dat heb je heel mooi gedaan.
Naomi zegt
Prachtig!
rietepietz zegt
Wat een mooi verhaal, ik moet er wel iets van gezien hebben. Een enkele keer droom ik zoiets maar dan is het toch altijd een wat angstige droom, Als nog geen driejarige zal het geluid eerder afschrikwekkend geweest zijn dan vreugdevol omdat je dan niet begrijpt wat er gebeurt.
rob alberts zegt
Mooi!
Stillegroet,
Dimario zegt
Mooi verhaal hoor. Je ziet het zo gebeuren.
Love As Always
Dimario