Limburg Trippie

Valkenburg

Het was weer eens tijd voor een dagje weg, maanden geleden realiseerde ik me al dat ik al jaren niet meer echt in Valkenburg geweest was. Vorig jaar was ik er even met Frans maar van dingen bezoeken of foto’s maken in de stad kwam het toen niet. Gister wel en het was weer als vanouds genieten toen ik door de stad wandelde. De naam Valkenburg slaat op de intensieve jacht met valken, het woord burg betekent in het Oud Nederlands burcht of vesting.

Overal waar je kijkt in zie je het Limburgse mergel wat hier uit de mergelgrotten gewonnen is. De gele mergel bepaald absoluut de sfeer van de stad. Overal in het zachte gesteente zijn namen en data gekrast, vele al tientallen jaren oud. Ik wandel door het centrum, de vele terrassen geven me het gevoel dat ik moet paraderen en loop snel door. Er is veel te zien in de stad en ik bezoek dan ook in de beperkte tijd die ik heb, één van de grotten, de ruïne, de Lourdesgrot, begraafplaats en kabelbaan.

Uitzicht over ValkenburgEigenlijk zijn de grotten van Valkenburg geen grotten, ze zijn niet van nature ontstaan maar door de mergelwinning. Limburgs mergel, wat ontstaan is in de periode Krijt toen Limburg nog zee was miljoenen jaren geleden. De bijzondere grot die ik bezocht, daar kom ik nog op terug. Na de grot wandel ik, hoezeer ik ook van fietsen hou hier in Valkenburg heb je niets aan een gewone fiets, door de heuvels. De trappen zijn oud, niet helemaal gelijk, maar de zij paadjes geven een prachtig uitzicht over de stad en maken het de vermoeiende tocht waard. Ik zak aan de andere kant weer af, wetende dat hier de Lourdesgrot is. Na een kaarsje aangestoken te hebben steek ik de zo bekende straat over. Hier trotseert menig fietser de Cauberg, ik maar een stukje want ik loop over de begraafplaats. Ook hier de mooiste creaties van mergel, ik moet wat geduld hebben maar dan kan ik een foto zonder nabestaanden maken. De terrassen zijn uniek, hoewel het oudste deel van de begraafplaats nog op vlakke grond ligt, liggen de nieuwere graven 30 meter hoger. Een deel van de bijzondere graven zijn aangemerkt als rijksmonument, wat te begrijpen is.

Ik wandel terug het centrum in, de terrassen zijn nog steeds gevuld, zie ik van boven, ik ben namelijk achter de glazen pui trap nummer zoveel opgeklommen heb de entree betaald en kijk nu uit over de stad van de ruïne. Ik dwaal rond door de voormalige kapel, ridderzaal, verdedigingstoren en vind mijn weg naar beneden door de onderaardse vluchtgangen. Eigenlijk was ik niet van plan de ruïne te bezoeken omdat ik niet duidelijk kon vinden of deze apart van de Fluweelengrot te bezoeken was. Gelukkig liep ik een lief ouder stel tegen het lijf die me verzekerde dat de ruïne gewoon te bezoeken is. Overigens kan je het terras aan de voet van de kasteelruïne zonder entree bezoeken er is een lift.

Na mijn bezoek aan de ruïne zakte ik weer af naar het centrum, niet aangestoken door hebberigheid wandelde ik langs de vele winkeltjes naar de supermarkt en kocht er water, broodjes en andere gezonde dingen. De prijzen in Valkenburg zijn namelijk niet zo gezellig. Ik hoefde niet langer een schaduwrijk plekje op te zoeken want er verscheen meer en meer bewolking en ik besloot mijn diner later te vervolgen. Met slecht weer in een kabelbaan leek me geen goed plan. Een kleine wandelingetje later stond ik aan de voet van de Heunsberg, hoog boven mij de Wilhelminatoren achter mij wat nare bewolking. Tot mijn grote verbazing bleek ik niet veel tijd meer te hebben, de kabelbaan sluit namelijk om 18:00 uur en dat in het hoogseizoen. Overigens sluit alles in Valkenburg om die tijd behalve de terrassen en restaurants. Verbazingwekkend stom. Eenmaal in de kabelbaan zat ik niet echt lekker, deze sukkel moest zo nodig weer omkijken en dan gaat zo’n ding dus wiebelen. Hihahoogtevrees en die beugel die kon ook gewoon op en neer.

Boven stapte ik even uit, het uitzicht is prachtig zeker met vaste grond onder mijn voeten, maar die vaste grond aflopen naar beneden daar had ik echt geen zin meer in. Ik had niet veel tijd en besloot maar meteen mee naar beneden te gaan. Van de terugweg kon ik veel meer genieten, mijn hoogtevrees was weg en ik streepte weer een dingetje van mijn bucketlist, maakte foto’s en eenmaal beneden vond ik het wel goed. Na 7 vermoeiende kilometers lopen stapte ik net voor de bui losbarstte in de trein, met de laatste blik over het prachtige Geuldal bedenk ik me dat ik hoe dan ook weer terug kom. Ik raak toch niet uitgekeken op dat prachtige Zuid-Limburgse landschap.