Fotoserie Gelderland Tweede Wereldoorlog

Moonboots, graafwerkzaamheden en een mooi uitzicht

Jaren geleden alweer kocht ik voor 10 euro een paar moonboots. Lelijke dingen, een maat te groot maar steeds als ik ze nodig heb denk ik beste tientje wat ik ooit heb uitgegeven. Want hoe mooi die sneeuw ook is, zeker met zulke heerlijke blauwe luchten, koud is het en je schept zo je schoenen vol. En dus trok ik wederom gelukzalig mijn moonboots aan, pakte alle benodigdheden en kroop via de bestuurderskant op de bijrijdersstoel. Ik word er al bijna handig in maar het zou toch makkelijker zijn als die deur niet meer vast zou vriezen.

Rondje Groesbeek
Dus met enig oponthoud vertrokken we naar Groesbeek, de glooiing die kennen jullie reeds van mijn andere foto’s en waar menigeen schaatskoorts krijgt, heb ik vooral sneeuw-in-bergen-met-blauwe-lucht-koorts. Frans had vooral koude voeten dus die zou rijden en de rest liet hij vanuit een warme auto aan mij over. Ook makkelijk. Zodra we onze hoek uit waren, waren de wegen schoon en op een paar mensen die niet durven te rijden na waren we er dan ook zo.

Ik had een weggetje waar we een paar maanden geleden ook reden, in mijn gedachte en zodra we over de open vlakte keken vloog ik de auto uit. Niet letterlijk uiteraard maar toch vlot. Ik zette een paar stappen naar voren en voor ik er erg in had stond ik tot mijn knieën in de sneeuw. Hou ik van. Ik ploeterde terug fotografeerde nog meer en toen ik verderop keek en checkte wantrouwde ik voor even de weg.

Frans had er geen moeite mee en dus genoot ik van dit hooggelegen stukje Nederland waar ooit de geallieerde gliders landde. Het pad met reeds bereden sneeuw ging over een boer zijn land en toen we daar af reden hield Frans in voor voetgangers die breeduit liepen. Niet handig de wekenlange regen had er ongetwijfeld mee te maken maar opeens zaten we ondanks zeer betrouwbare chauffeur en four wheel drive, toch vast.

Moet-je-daar-maar-niet-rijden-eikels en ander gezellig volk

Met de matten uit de auto, een schepje, vereende krachten en een hoop gevloek probeerde we vrij te komen. De voetgangers die zo vriendelijk niet aan de kant gingen werden vervangen door ‘moet je daar maar niet rijden’-eikels. Niet allemaal hoor, een vriendelijke vrouw probeerde nog te helpen maar pas toen we alle sneeuw voor de wielen hadden weggegraven en 2 jonge mensen ook kwamen duwen, kwam Frans weg.

Heel vriendelijke blikken uit een warme auto
Gelukkig liet Frans zich niet op de kop zitten en reden we nog een paar rondjes in de omgeving, ik koos iets veiligere paden en of het moest kwamen we in die tijd alle mensen tegen die niet even hielpen. Ik liet obscene gebaren achterwege hoor, mijn blikken zeggen meer dan genoeg. En die blik stond dus op enkele momenten na op niets dan blijdschap. Het is er dan ook prachtig en ik genoot volop van de sneeuw. Wat heel makkelijk is in bekend gebied en met een warme auto.

Ik groette de Canadezen nog even. Deze hooggelegen militaire begraafplaats was dermate ondergesneeuwd dat er op sommige plaatsen zo goed als een meter sneeuw lag. Ik waagde me niet te diep maar bedacht toen ik nog eens omkeek, dat zij dit weer wèl gewend zijn.

Met een laatste blik op de heuvels reden we naar huis wetende dat het weer jaren kan duren eer we die glooiingen met sneeuw zien.