Deel 1 van De Fabriek lees je hier.
Die middag had ze onraad geroken. Ze was de twee Moffen gevolgd en had gezien dat ze richting de fabriek wezen. Maar toen ze ze hoorde praten ging het niet over het uitkammen van het pand, maar over gewillige Mädchen. Ze walgde van die Moffenmeiden maar nog meer van de gedachte dat de zo kostbare persoonsbewijzen en bonnen verloren konden gaan. Als ze maar even nieuwsgierig zouden rondkijken zou de fabriek gesloten worden en er was al zo weinig werk en dan nog al die mensen die opgepakt zou worden. Ze hadden geen tijd te verliezen al die Joden en ondergedoken verzetsmensen, ze hadden die bonnen en hun nieuwe identiteit nodig. Ze kon het niet riskeren, en met Gijs haar buurjongen zou het wel lukken, hij was snel, slim en niet bang. En ze vielen niet zo op, zo samen wandelend op een zondag. Daarbij kenden ze het terrein, hun beider vaders hadden er gewerkt voor ze voor de Arbeitseinsatz waren opgeroepen.
Schijnbaar kalm liepen ze tegen de avond naar de fabriek, in de kelder en op zolder kwam nooit iemand. Onveilig, na de oorlog zouden ze er wat aan gaan doen, maar nu waren de trappen en vloeren te slecht om op te staan. Haar vader had de borden zelf opgehangen nadat hij zogenaamd door de vloer van de zolder was gezakt. Een prachtige dekmantel voor hun illegale praktijken, de directeur een goede vaderlander had moeite met zijn personeel betalen, dus een ongebruikte zolder of kelder daar ging geen geld heen. Hij was niet alleen een goede Hollander maar ook een meesterlijke vervalser waarom moest hij juist nu een paar dagen weg zijn? Zou hij wel terugkomen? Ze hadden de ruimtes gebruikt voor hun illegale praktijken het personeel kende hun plaats wel, horen zien en zwijgen maar die Moffen die lieten zich niet tegenhouden door een paar borden.
Gehaast ging ze naar de kelder en stuurde Gijs naar zolder, hij kende de verstopplekken wel als ze alle bonnen en persoonsbewijzen maar hadden en maar weg waren voor die Moffen er met hun meisjes waren. Secuur had ze alles onder haar kleren weggestopt, een jonge meid als zij droeg nog geen handtas, maar terwijl ze daarmee bezig was had ze de Moffen al gehoord. Ze waren boos en niet voorzien van gewillige blonde vrouwen. Sluipend kwam ze dichterbij en toen hoorde ze praten over vrouwen die altijd te laat zijn, ze boog zich nog iets verder naar het geluid en toen kraakte opeens de vloer waar ze stond. ‘Ich habe etwas auf dem Dachboden gehort!’. Ze twijfelde een seconde, Gijs moest wegkomen die Moffen zouden hem volledig uithoren en mishandelen, vrouwen lieten ze meestal met rust, vlug stopte ze de bonnen in een kast onder oude werkkleding en zette het op een gillen.
De Moffen hadden haar verbaasd aangekeken, ze had naar haar hart gegrepen en terwijl de Moffen haar van vallen behoedde had ze Gijs gezien. Ze kende hem goed, gooien en raken dat kon hij. De ene Mof was in elkaar gezakt de ander was achter Gijs aangerend.
Bewusteloos concludeerde ze tevreden, ze had de Mof gefouilleerd zijn wapen afgepakt en was er snel vandoor gegaan. Met de bonnen onder haar kleren verstopt was ze de fabriek uitgerend. Niet zeker van haar zaak besloot ze naar de directeur te gaan, misschien kon ze diens vrouw vertrouwen. Zijn huis was niet ver van de fabriek, de ooit zo statige directeurswoning was door de Moffen ingenomen maar was makkelijk te ontwijken. Bij een eenvoudig huisje belde ze aan, ze was nerveus bibberde ervan maar wist geen betere plek om de papieren veilig te krijgen. De deur werd met een ruk opengetrokken, voor haar stond de directeur in pyjama. Voor ze iets kon zeggen stond ze al binnen in de gang. Wat brengt jou hier zo laat, het is spertijd het…zijn stem stierf weg toen hij de grote stapels bonnen zag. De Moffen, ze zijn in de fabriek ik wist geen andere plek om het te brengen en Gijs…hortend en stotend vertelde ze haar verhaal.
Zuchtend ging de directeur op de trap zitten, jullie leven wagen voor een paar van die rotbonnen en ook nog een wapen stelen, ik krijg hier geheid problemen mee. Hij verzonk in overpeinzing en keek toen traag op, ik had jullie hier nooit in moeten betrekken. Hij liep naar een ladekastje in de gang, verschoof wat in een diepe lade en haalde twee persoonsbewijzen boven. Dit is het laatste wat je voor me moet doen laat de rest aan mij over.
Even later liep ze gebogen langs de huizen, ze wist precies waar ze heen moest. Bezweet en moe kwam ze aan, de hemel kleurde al en juist in het beetje licht herkende ze vaag het dak van het tuinhuisje. Ze was er jaren voor de oorlog eens geweest, hier zou ze voorlopig veilig zijn. Op haar rug droeg ze een tas met proviand voor een paar dagen, later kwam er meer, en in haar zak voelde ze de twee persoonsbewijzen. Nu het wat lichter was kon ze de namen lezen, ze hadden niet alleen nieuwe voornamen ze droeg ook dezelfde nieuwe achternaam als Gijs. Als de Moffen kwamen waren ze een pasgetrouwd stel en met al die gebombardeerde huizen hadden ze een verklaring voor hun woonst. Ze had het nooit uitgesproken naar Gijs, daar was het de tijd niet voor, maar na de oorlog wilde ze met hem trouwen. De directeur had het goed gezien, stelde ze met een weemoedige glimlach vast. Vermoeid stapte ze het huisje binnen en begon het toonbaar te maken.
Nicky says
Mooi geschreven. En die foto…
KoffieDigitalix says
Pracht verhaal. Goed geschreven. Je wordt in het verhaal gezogen.
Aukje says
Het verhaal is weer hartstikke tof.
Maar de kopfoto, echt zo mooi!
RIJKS-BRUINBROOD-KAART!
Mirjam Kakelbont says
Wat een spanning maar gelukkig is er ook romantiek.
Ik kom alle verhalen bij je lezen!
Matroos Beek says
Spanning en romantiek. Weer prachtig geschreven!
Jan K. alias Afanja says
Het begint in meerdere opzichten een spannend verhaal te worden.
petergreyphotography says
Komt er een vervolg? Ik hoop het. Er is nu ook romantiek in het spel.
rietepietz says
Echt genieten kan ik niet van oorlogsverhalen, al zijn ze nog zo spannend geschreven.
Sjoerd says
Een mooi vervolg op het eerste deel, ik wacht in spanning af.
Naomi says
Hoera, een vervolg. Prachtig verhaal weer.
Dimario says
Schitterend vervolg op deel 1. Is he boek al af, want ik hoop dat de rest hier ook komt.
Love As Always
Dimario
rob alberts says
Ik kijk uit naar het vervolg!
PS: gisteren schreef ik over ‘bevrijdende vleugels’.
Vredelievende groet,